Brief aan mijn rechter

Naar het boek van Georges Simenon

Eenakter opgevoerd door Frank Focketyn

17 januari 2014

Aanwezig zijn om 19u15

NTG

Sint-Baafsplein 17

9000 Gent

Ticket: € 18

 

 

Wie zin heeft om dit toneel bij te wonen verwittigt voor 15 december Luc de Vos. Graag aanmelden via:

·         Bij voorkeur via e-mail (ldv.zwyn@skynet.be)

·         Eventueel telefonisch (09/2211589 of 0479/337684)

Schrijf nadien onmiddellijk het verschuldigde bedrag over op 891-0140131-73 van Davidsfonds Zwijnaarde, Brouwerijstraat 27 Bus 10 9810 Eke

 

Focketyn Frank2

 

Met Brief aan mijn rechter schreef Georges Simenon een demonisch boek over de liefde. Hoofdpersonage is de arts Charles Alavoine, veroordeeld voor het vermoorden van zijn minnares, maar niet met voorbedachte rade. In zijn brief probeert Charles zijn rechter ervan te overtuigen dat hij de moord wél bewust heeft gepland en uitgevoerd, sterker nog, dat het een moord uit liefde was. “Jullie hebben geen idee van de vereniging van twee wezens en van de hoogtepunten die hun hartstocht kan bereiken.”

 

Simenon, de geestelijke vader van de wereldberoemde detective-met-pijp Maigret, was een ongekend productief én populair schrijver. Honderden romans staan op zijn naam, vertaald in meer dan 50 talen en met een verkoop van om en bij het half miljard boeken. Ook al was hij een tijd- en geestesgenoot van Albert Camus, Simenon heeft nooit dezelfde kritische erkenning gekregen. Zelf zegt hij vooral door Dostojevski en Tolstoj beïnvloed te zijn, en het is inderdaad die geest die door zijn boeken waart. Zijn boeken zijn in essentie allemaal studies over het menselijke falen, en over de onuitwisbare schuld die de mens van generatie op generatie meesleurt. Zijn hoofdpersonages zijn bodemloos: ze drinken, stelen, liegen, vloeken, zweren, vrijen. Ze moorden of plegen zelfmoord. Vaak zijn het mannen die tot het besef komen dat ze niets te verliezen hebben, en juist op dat moment de sprong naar een ander soort leven maken. Die sprong is even vitaal als destructief. Ook de arts in Brief aan mijn rechter waagt de sprong. Na twee huwelijken die min of meer beantwoorden aan de verwachtingen van zijn milieu en familie, stort hij zich in een grondeloos avontuur met de al even grondeloze Martine. Beiden weten dat hun verhouding gedoemd is om vernietigd te worden, en in afwachting van de ondergang vieren ze de liefde.

 

Publiekswerking voorziet ook voor deze voorstelling een inleiding om 19.30 in Arca voor elke voorstelling. Hartelijk welkom.

 

Voor meer inlichtingen over dit stuk zie www.ntgent.be

 

Claude Blondeel over Simenon en diens Brief aan mijn rechter

“Een boek in de traditie van het pure existentialisme”

Brief aan mijn rechter is een van de beste boeken van veelschrijver Georges Simenon, vooral bekend van zijn Maigret-reeks. Aan het woord is Charles Alavoine, een van moord beschuldigde arts. Hij pleit schuldig met voorbedachte rade. Zijn verhaal is een bekentenis, maar vooral een schreeuw om begrip.  Het boek van de immens populaire, in Luik geboren schrijver werd voor het theater bewerkt door Koen Tachelet en Jeroen Versteele. Simenon-specialist en Klara-kunstjournalist Claude Blondeel las Brief aan mijn rechter op onze vraag nog eens.

Claude Blondeel: “Ik heb het boek nog niet helemaal uit, ik kon gisterenavond niet meer verder lezen. Tien pagina’s voor het einde ben ik gestopt. Het was te hard. Naargelang ik ouder word, grijpt Simenon me meer en meer aan. Ik heb Lettre à mon juge vroeger al gelezen maar ik was vergeten hoe prachtig het was. Ik ben echt ontroerd, ook al is het verhaal gruwelijk: een dokter voelt zich verstikt door zijn burgerlijke leven, wordt stapelzot op een meisje en vermoordt haar – uit liefde, beweert hij. De eerste zin van het boek legt meteen een van Simenons belangrijkste thema’s bloot: “Ik wou dat iemand, een enkel mens, mij begreep.” Het verlangen begrepen te worden, daar gaat het over. ‘Jamais juger, mais comprendre’. Het is archetypisch dat Charles Alavoine, de arts die de moord pleegde, deze schreeuw om begrip richt tot zijn juge, zijn rechter.”

Wij zijn allemaal mensen. Allemaal krommen we onze rug onder een onbekende hemel. Maar toch verzetten we onszelf tegen de geringste inspanning om elkaar een beetje te begrijpen…

(Uit Brief aan mijn rechter)

“Charles Alavoine is een onhandige boerenzoon die is opgevoed door een bazige moeder en een suïcidale vader die dronk en achter de vrouwen zat. Charles is door keihard te studeren dokter geworden en is daarmee in één sprong in een ander, meer burgerlijk milieu terechtgekomen. Zijn afkomst kan hij niet van zich afwerpen. Hij is niet in staat om zich te schikken naar wat hij de hypocriete beschaving noemt. Hij is onhandig met emoties, kan zijn gemoed en zijn driften niet bedwingen. Simenon, die zelf tussen aanhalingstekens een ‘grote zondaar’ was, slaagt erin om de kleinigheden van deze man vol grandeur weer te geven. De nietigheid van de mens wordt in alle grootsheid getoond. Lettre à mon juge staat in de traditie van het pure existentialisme. Dit boek kan moeiteloos naast L’étranger van Camus staan. Naast Kafka en Sartre ook. Simenon behoort tot de hele groten. Hij was een bewonderaar van Dostojevski, en dat lees je in Brief aan mijn rechter. Deze moordzaak doet denken aan die van Raskolnikov in Misdaad en straf. Alleen geeft Simenon geen analyse van het kwaad, maar van de passie. Eros en thanatos speelt bij hem de hoofdrol. Pas nadat zijn minnares voor het allereerst klaarkomt, schiet het Charles Alavoine in het hoofd dat hij haar zal moeten doden. Haar schreeuw betekent niet alleen genot, maar ook douleur, pijn.”

“Niet toevallig is Charles een arts. Ook de beste vriend van detective Maigret, uit de beroemde reeks romans, is een arts. De dokter analyseert en maakt diagnoses, bij Simenon niet alleen van het lichaam maar ook van de geest. Alavoine wordt beheerst door zijn driften maar hij weet tegelijk zijn gevoelens en passies haarscherp te ontleden. Hij legt alle kaarten op tafel. Hij voert zijn afkomst, zijn jeugd en herinneringen aan als bepalende factoren van zijn persoonlijkheid. Geholpen door de directe schrijfstijl van Simenon windt Alavoine er geen doekjes om, daarom doet zijn verhaal zo’n pijn. Hij kijkt de diagnose van zijn leven recht in de ogen. Wat hij ziet is afschuwelijk, hij walgt. Dit is La Nausée van Sartre. Ook Simenon zelf kende een immens belang toe aan zijn jeugd. Lees Pedigrée maar eens, dat is voor Simenon wat de Rose Bud voor Orson Welles was: één grote bekentenis die de diepste kern van zijn wezen blootlegt.”

Ik zal u een bekentenis doen.

Veronderstel dat ‘fatsoenlijkheid’ niet bestaat. Dan zou ik liever getrouwd zijn met Laurette, de slet met haar brede blanke dijen, dan met Armande. Of misschien liever nog met het kleine dienstmeisje, Lucile, dat Armande in dienst had genomen, en met wie ik wel eens in de liefde ben geweest, zonder dat zij tijd had een schoen weg te zetten, die zij bezig was te poetsen.

(Uit Brief aan mijn rechter)

“Ik heb onlangs ontdekt dat Lettre à mon juge ooit verfilmd is onder een andere titel: Le fruit défendu, uit 1952. Henry Verneuil regisseerde daarin Fernandel als dokter Alavoine. Fernandel was een razend populaire komiek, vergelijkbaar met Louis de Funès. Een uitstekende keuze om hem deze tragische antiheld te laten spelen: zijn onhandigheid, zijn onbeschaafdheid past perfect bij het personage. De titel van de film is veelbetekenend, met zijn Bijbelse connotatie. Charles is op zoek naar het Aards Paradijs, naar de totale, zuivere liefde, hij wil terug naar het begin van alles. Hij wil alle zonden uitwissen die Martine heeft begaan voor ze hem kende, en kan haar daarom alleen maar doden. Dat hij uiteindelijk zichzelf offert om zijn eigen zonde weg te wassen, maakt hem een morbide Christusfiguur.”

“Martine, Charles’ minnares, is niet de femme fatale die zo typisch is voor het hard boiled misdaadgenre. Ze is complexer dan dat. Vergelijk haar met Marilyn Monroe. Ook zij had haar lichamelijkheid niet in de hand. Ze is een vrouw die haar lichaam heeft, maar niet is. Iedereen geilt op haar, maar haar liefdesleven is een ramp. Ze streeft iets na dat haar ooit als ideaalbeeld is opgedrongen, ze wil een oneindige leegte opvullen. Martine verkeert in een toestand die ik wel eens de ‘toestand-L’Archiduc’ noem, naar het sjieke nachtcafé in de Brusselse Dansaertstraat: aan de toog zitten, gin drinken en sigaretten paffen. Martine is een sukkeltje van een mens; prachtig hoe Simenon haar gekwetste, zieke kantje beschrijft. Mannen willen zo’n type redden, maar daarvoor moet je gepakt en bewapend zijn. Alavoine is dat niet.”

Begint u nu niet over het glibberige pad van de onzedelijkheid. Er was geen glibberig pad, en er was geen onzedelijkheid. Er was een man die niet anders kon handelen dan hij deed. Omdat wat er op het spel stond zijn eigen geluk was, na veertig jaren, een geluk waarover zich nooit iemand had bekommerd, en dat hij zelf nooit had gezocht, dat hem plots in de schoot werd geworpen en dat hij niet mocht verspelen.

(Uit Brief aan mijn rechter)

“Charles en Martine delen hun drift met elkaar, hun verlangen naar een nieuw, volmaakter leven. Allebei worden ze opgejaagd door de spoken uit hun verleden, zoals de personages van Hendrik Ibsen. Charles voelt zich sterk beïnvloed door zijn landelijke afkomst, de driftige aard van zijn vader, de dictatuur van zijn moeder. Martine jaagt de bevrediging na die ze leerde kennen in sekspelletjes met haar rijkere vriendinnetjes – je zou haar rusteloosheid kunnen vergelijken met die van meisjes die vandaag de ideaalbeelden van de media en de pornocultuur proberen na te streven.”

“Door jouw vraag om Lettre à mon juge te herlezen, heb ik Simenon teruggevonden als een oud lief. Ik heb hier bij mij thuis kasten vol boeken van hem, oude en nieuwe uitgaven, maar deze roman vind ik absoluut een van de hoogtepunten uit zijn oeuvre. En cas de malheur vind ik ook prachtig, net zoals Les fiançailles de Monsieur Hire en Le bourgmestre de Furnes. Simenons Maigret-reeks vind ik misschien nog superieur aan zijn psychologische romans die hij zijn ‘romans dûrs’ noemde. Stilistisch gaat hij in zijn romans dûrs sterk tekeer, als een action painter. Zijn Maigret-boeken zijn pastelschilderijen, subliem in kleine observaties. En sensueel: als ik Simenon lees, krijg ik altijd honger en dorst. Zijn boeken spreken de zintuigen aan. ’t Was echt een genieter.”

Jeroen Versteele