Concert zigeunermuziek
Emilia Kirova & Tzigani
Vrijdag 25 maart 2011 om 20 uur
Drongen, kapel van de Oude Abdij
² Kostprijs:
o
DF-leden:
€ 12
o
Niet-leden:
€ 14
² Tzigani verenigt zo’n vier nationaliteiten en nog meer
muzikale invloeden. Het enthousiasme en de energie waarmee de vijf muzikanten
musiceren werken aanstekelijk.
² Beelden uit films van Emir Kusturica komen spontaan
in je naar boven bij het horen van de opzwepende muziek van Goran Bregovic.
Afgewisseld met traditionele zigeunermuziek brengt het kwintet de Balkan en Oost-Europa
dichterbij
² Tzigani
bestaat uit muzikanten die allemaal in België wonen: twee Hongaren (Pal Szomora op viool en István Szomora op
cimbalom), een Roemeen (Iulian
Jantea op accordeon), een Belg (Herman De Rycke op
contrabas) en de Bulgaarse zangeres Emilia Kirova. Allemaal
muzikanten met een verschillende achtergrond. Het resultaat van hun
samenwerking is verbluffend. Hier wordt zigenuermuziek gebracht van
topkwaliteit en van een internationaal niveau.
² Kaarten bestellen voor 26.02 bij Luc De Vos (0479/337684 of 09/2211589 of ldv.zwyn@skynet.be)
² Wie meer wil weten over deze
groep raadpleegt best:
o
http://www.youtube.com/watch?v=KjNFRLmQswg
² Over Emilia Kirova & Tzigani:
Tzigani
werd pas in 2008 opgericht. De Hongaarse violist Pal Szomora en de Roemeense
accordeonist Iulian Jantea, allebei virtuozen met een indrukwekkende staat van
dienst, zijn de frontfiguren die elkaar op het podium voortdurend uitdagen, met
hen is muzikaal vuurwerk verzekerd. Hongaar István Szomora en Belg Herman De
Rycke vullen hen perfect aan, en staan ook solistisch hun mannetje. De
Bulgaarse Emilia Kirova zorgt als gastzangeres voor een wervelend spektakel met
onder meer muziek van Goran Bregovic. Sedert hun succesvol debuut op het
Midis/Minimes-festival hebben zij op korte tijd een sterke reputatie opgebouwd.
De ongewone combinatie van verschillende nationaliteiten werkt, en is een schot
in de roos gebleken.
² Over de cd Budapest
De
cd werd in Boedapest opgenomen, en dat hoor je: de cd ademt de sfeer van deze
stad, de bakermat van een eeuwenoude zigeunermuziektraditie. Lokale
gastmuzikanten werden in de studio gehaald om hun bijdrage te leveren. Zo
speelt Ernest Bangó (die gedurende meer dan 10 jaar de rechterhand van Roby
Lakatos was) gitaar op bijna alle tracks. Instrumentale zigeunermuziek wisselt
af met gezongen muziek uit de films van Emir Kusturica (Time of the gypsies –
Black cat, white cat – Underground). Opener Energipsy
is een eigen compositie en laat horen hoe de traditionele zigeunermuziek in de
eenentwintigste eeuw hoort te klinken, terwijl je op de afsluitende Hongaarse suite hoort hoe
ze 100 jaar geleden klonk. Tussenin vind je een gevarieerde en heel boeiende
verzameling van gezongen en instrumentale zigeunermuziek uit Hongarije,
Roemenië, Rusland en de Balkan.
De vlam gaat meteen in de pijp met het uiterst vinnige
‘Energipsy’, gecomponeerd door violist Pal Szomora. Meer nog dan diens
vingervlugheid valt het bijzonder strakke samenspel op. Cimbalom en contrabas
spannen een ongebreideld vitaal maar strak kader waarbinnen viool en accordeon
– vaak in verbluffende unisono – uit hun dak gaan. Qua spektakel moet het
nummer toch nog de duimen leggen bij een magistrale versie van de klassieker
‘Ciocârlia’, die hier uiterst bondig en direct gebracht wordt. Nochtans
is het nummer al bijna een minuut ver wanneer een waanzinnige accordeon voor
het eerst de noten van het hoofdthema in het rond doet wervelen door de
energieke groove, onmiddellijk gevolgd door een korte solo van de
cimbalom. Daarop wordt de hele boel plots volledig stilgelegd voor een viool
die zich tot een fluitend vogeltje ontpopt. Wat willekeurige vogelzang lijkt,
mondt echter op verbluffende wijze uit in een reprise van het hoofdthema,
waarop Tzigani zonder veel omhaal met een nog steeds fluitende viool richting
ontknoping denderen.
Ook het meer sentimentele gamma blijft niet
onvertegenwoordigd. Het melancholische ‘Azerbaijani Waltz’ biedt huilende viool
op z’n best met klaterende arpeggio’s van de cimbalom en een mooie, treurige
aangestreken bas.
Ook op de vocale nummers zoals ‘Ederlezi’ en ‘Bubamara’
valt op zich niet veel af te dingen: Emilia Kirova zingt doorleefd en wordt
bijzonder vakkundig begeleid. Toch komen deze nummers algemeen gesproken wat
matter over: tot echt vuurwerk komt het zelden, en de meerwaarde tegenover
eerdere versies is hier veel minder uitgesproken.
Met ‘Hullámzó Balaton’ kondigt de plaat naar het einde
toe een ernstiger luik aan, waarin een meer klassiek vocabularium naar voren
komt, met plechtstatigere, dramatischere sferen, modulaties en doorgecomponeerde
thema’s. In de tweede ‘Romanian Suite’ wordt de luisteraar geconfronteerd met
een fascinerende, hypnotiserende accordeon die na een eerste, schokkerig
thema een tweede aanboort waarin werkelijk vreemde, exotische tonen verruiming van
harmonisch begrip afdwingen, vermengd met een snufje musette. Het tempo wordt
heel geleidelijk opgevoerd zodat het nummer uiteindelijk toch aan een razende
vaart eindigt.
Voor de ‘Hungarian Suites’ werd de bezetting uitgebreid
met extra strijkers, een gitaar en een klarinet. Het contrast tussen de
parelende cimbalom en lyrische strijkbassen had een veelbelovend uitgangspunt
kunnen zijn. Jammer genoeg verliest het samenspel hier toch wat coherentie in
de zeer vrije benadering van het metrum. Het tweede deel – slotnummer – opent
met een uitgebreide, weemoedige passage waarin het samenspel, mee dankzij de
verhalende, losse frasering, beter overeind blijft. Wanneer wat later de cadans
terug geïntroduceerd wordt, dreigt de boel weer even uit zijn voegen te barsten,
maar de plaat eindigt gelukkig zoals ze begon: flitsend en strak.
Met ‘Budapest’ hebben de Tzigani een energiek debuut
afgeleverd met humor, virtuositeit en gevoel maar bovenal: met frisse ideeën.