Interview

 

Gepubliceerd in Stadskrant TiensTiens,. Gent, Sint-Kristoffelstraat 24, Oktober 2008, nr 15

 

Geloof en engagement in Gent

Ingediend door Elias op Di, 21/10/2008 - 12:10.

Het interview dat 'Kerk en Leven' niet aandurfde

Marc Loos en Marc De Meyer 1

 

(foto: Nathalie De Coene)
Marc Loos en Marc De Meyer

De goddeloze stadslucht tast niet iedereen aan. Marcel De Meyer, pastoor van de Heirniswijk, en Marc Loos, protestants predikant aan het Rabot, hebben een missie. Ze brengen mensen samen met de bijbel in de hand, maar lezen in het boek een sociaal verhaal. Hun multiculturele kerkgemeenschappen reiken een helpende hand aan wie het moeilijk heeft. Sinds de jaren negentig zijn dat ook de vele vluchtelingen. Wie er naar vraagt, krijgt een vurig betoog over een andere globalisering. Een openhartig gesprek over geloof en engagement in Gent.

 

> Zijn jullie geboren Gentenaars?

Marcel De Meyer:“Ik ben van Oostakker-Lourdes. Mijn eerste parochie was in Zwijnaarde. Na vier jaar ben ik dan op de Brugse Poort benoemd. Het alternatief was Sint-Martens Latem. Echt niets voor mij. En sinds november 1992 ben ik hier in de Sint-Antoniuskerk pastoor van de Heirniswijk en de Machariuswijk.”

Marc Loos:“Dit is mijn eerste gemeente. Ik kom uit Sint-Truiden en heb jarenlang gewerkt in het protestantse jeugdwerk in Antwerpen en Mechelen. Mijn ouders waren trouwens katholiek. Ik ben door vrienden protestant geworden.”

De Meyer:“Marc is slimmer geweest. Hij is dominee geworden. Ik ben in 1970 gewijd en toen moest je op de bijbel je celibaat zweren. We dachten toen dat dat niet te lang meer ging duren...” (algemene hilariteit)

Loos:“In het voorjaar van 1990 ben ik hier beroepen. Wanneer je bent afgestudeerd, mogen gemeentes die vacant zijn ‘een beroep’ uitbrengen. Ik vond het interessanter om in een wat grotere kerkgemeente in de stad aan de slag te kunnen.”

De Meyer:“De cultuurshock tussen Zwijnaarde en de Brugse Poort was trouwens erg groot. De eerste twee jaar ben ik daar zelfs niet gelukkig geweest. In de Brugse Poort vind je veel lieve mensen, maar ze zijn er ook behoorlijk brutaal. Mijn ouders kenden dat helemaal niet. “Waar zijde gij terecht gekomen”, zeiden ze me. Maar nadien ben ik er echt van gaan houden.”

 

> Wat was jullie eerste ervaring met de vluchtelingenproblematiek?

De Meyer:“De vluchtelingenproblematiek is hier pas in het midden van de jaren ’90 beginnen spelen. In de Brugse Poort ben ik vooral in contact gekomen met gastarbeiders. Toen al werden die niet altijd als ‘gast’ bekeken. Maar ze werden wel met propaganda naar hier gehaald om werk te doen dat niemand anders wilde doen. Ik heb zelf nog de reclame van UCO gezien in Marokko.In die tijd nam de Stad heel weinig initiatieven om die mensen te helpen. Ik heb toen nog Nederlandse les gegeven.”

Loos: “Mijn eerste confrontatie was met de Assyrische christenen, halfweg de jaren tachtig. Veel van hun dorpen zijn in het conflict tussen Turken en Koerden vernield. Daarom zijn ze gevlucht naar onder andere Mechelen en Antwerpen. Toen is mij gevraagd of het mogelijk was voor enkele van die gezinnen hier een plaats te zoeken. Het eerste gezin, met tien kinderen, stond ineens bij ons op de stoep. Niet veel later was er‘het jaar van de vluchteling’. Daar hebben we ons met de kerkgemeente voor geëngageerd. Ik denk dat die ingesteldheid te maken heeft met de gevoeligheid van protestanten voor andere minderheidsgroepen.”

De Meyer:“Het zijn trouwens vaak de verschillende kerken geweest die dergelijke initiatieven zijn beginnen nemen.”

Loos:“Dat is nog altijd zo. We doen wat we kunnen, maar de problematiek is natuurlijk enorm.”

De Meyer:“Er is onder bepaalde vrijzinnigen een tendens om ons daarin terug te fluiten. Geloof is iets voor de private sfeer en dus moet je zo’n dingen niet doen, vinden ze. Maar ik vind het als kerk ons recht en onze plicht om iets te doen aan dat soort wantoestanden. Jammer genoeg is er nu nog altijd een antiklerikale onderstroomstroom. Vroeger werd alles hier door de Katholieke Kerk gedirigeerd. Zelfs in de jaren zeventig werd in Zwijnaarde de CVP-lijst nog opgesteld in de pastorie. Dat is blijkbaar nog altijd niet verwerkt. Alles wat met geloof te maken heeft, moet uit de samenleving gebannen worden.”

 

“Ik ben beschaamd dat een partij met grote C het hoofddoekenverbod mee heeft gestemd." 

 

> Om hier zijdelings op in te pikken: hebben jullie het Gentse hoofddoekendebat gevolgd?

Loos: “ Ik kan daar helemaal niet in mee. Je moet mensen vanuit hun eigen identiteit laten leven en zijn. Als je die verschillen opengooit en toelaat kom je er als samenleving juist rijker uit. Het verbod is trouwens op een politiek nogal sluwe manier ingevoerd.”

De Meyer:“Ik ben beschaamd dat een partij met grote C in haar vaandel dat verbod - op een paar uitzonderingen na - mee heeft gestemd. We zijn daarvoor met mensen van de Turkse moskee in de Kazemattenstraat en de meer Arabische moskee van de Warandestraat samengekomen in de Sint-Machariuskerk. Eigenlijk staan we aan dezelfde kant. Alsof iemand met een hoofddoek of een kruisje zijn of haar werk niet goed kan doen.”

 

> Krijgen jullie soms tegenwind vanuit de eigen kerkgemeenschap?

De Meyer:“In Zwijnaarde is de burgemeester zijn beklag gaan doen over die pastoor met zijn te communistische ideeën. Ook op de Brugse Poort waren er een paar vooraanstaande Volksuniemensen, typisch Vlaams, katholiek en burgerlijk, die me niet graag zagen komen. Maar de vicaris-generaal zei dan “Liever wat te links dan te rechts.” (lacht) Er is mij ook nooit gezegd: “Dat mag niet!”.”

Loos:“Wanneer je een kerkasiel organiseert, zorgt het feit dat die vluchtelingen er elke viering bij zijn dat er een ontmoeting tot stand komt. De instroom van vluchtelingen werkt in een aantal gemeenten revitaliserend. In onze gemeenschap is het een leer- en groeiproces geweest dat niet iedereen mee gevolg heeft. We proberen dan bewust de ‘autochtone’ leden zoveel mogelijk te betrekken. Omgekeerd hebben we verschillende projectjes lopen in landen waar uitgewezen leden leven, om ook die band te behouden. Maar ja, sommige mensen zeggen toch: “Dit is niet meer ons gereformeerde kerkje”. Ik antwoord dan altijd dat dit nooit hun kerk geweest is, maar de kerk van de Heer.” (lacht)

De Meyer:“Ah, dat zeg ik ook (lacht). Het is de Heer die uitnodigt. En wie nodigt hij uit? Toch vooral die arme, die zwakke, die verstotene.

Elke laatste zondag van de maand organiseren we een multiculturele viering. Die trekt mensen aan van heel veel verschillende nationaliteiten. We eten dan in de kerk. Sommige ‘gewone’ leden van de parochie komen naar die viering, anderen niet. Het aantal mensen dat betrokken is bij het vluchtelingenwerk is niet zo groot. Wie er bij is, is er wel heel intensief en bewust mee bezig. Maar inderdaad, er zijn er waar ik geen “Goeiedag” meer van krijg, die zeggen dat ze geen voet meer in ‘mijn’ kerk willen zetten. Ik kreeg naar aanleiding van dat vluchtelingenwerk in de kerk zelfs al anonieme brieven met verwijten zoals ‘Judas’. Dat is wel wat moeilijk.”

 

Marc De Meyer

(foto: Nathalie De Coene)
Marc De Meyer

 

> Zien jullie de mening van zulke mensen soms evolueren?

Loos:“De Gentse Rabotkerk was aanvankelijk een vrij traditionele, op zichzelf gerichte gemeenschap. Het is de verdienste geweest van een paar leden dat we ons meer zijn gaan richten op de wijk en de wereld. Als je de kerk wil zijn van de buurt en de stad, kan je je daar niet aan onttrekken. Het behoort tot het hart van ons geloof en ons evangelie om als gemeenschap een oefenplaats te zijn voor ware solidariteit, waarbij je echt leert delen met elkaar. Je ziet dat sommigen door de ontmoeting met mensen van een andere cultuur en door vrijwilligerswerk helemaal gaan openbloeien. Het mag ook geen hobby zijn van de dominee, het moet gedragen zijn door de hele gemeenschap. Iedereen leert op zijn of haar manier inzien hoeveel kracht er uitgaat van solidariteit, en wat een weerbaar mens en rijker christen je daardoor wordt. Mijn geloof heeft handen en voeten, merk je dan.”

De Meyer:“Er is hier een familie die ongelofelijk kwaad was. Ze hebben me vroeger geboycot langs alle kanten, en zwartgemaakt. Maar als ik ze vandaag tegenkom, zeggen ze: “Doe zo voort!”. Dat is aangenaam om horen natuurlijk.”

 

> Hoe zit het met eventuele steun vanuit de kerkhiërarchie?

De Meyer:“Tijdens het kerkasiel in 2006 dacht ik dat de bisschop zijn steun was komen verlenen aan de actie toen hij halt hield aan de Sint-Baafskathedraal. Maar dan verklaarde hij dat hij er enkel acte van had genomen. Dat is wel erg neutraal. Ik was serieus in mijn wiek geschoten. Ik heb toen gezegd dat er tweeduizend jaar geleden ook al zo één was die acte had genomen van de veroordeling van Jezus van Nazareth. Maar de week nadien hebben de bisschoppen dan die mooie verklaring gegeven. Ik was daar erg blij mee. Er is de laatste jaren dus beterschap vanuit de hiërarchie. We worden toch gewaar dat die verschillende kerkgemeenschappen niet meer helemaal gedirigeerd worden van bovenaf.”

 

Marc Loos en Marc De Meyer 2

(foto: Nathalie De Coene)
Marc Loos en Marc De Meyer

 

> De kerkbescherming van twee jaar terug in de Sint-Antoniuskerk heeft heel wat media-aandacht gekregen. Zelfs internationaal. Hoe kwam dat?

De Meyer: “Dat was soms nogal ambetant, omdat een heleboel journalisten het verhaal bracht als een conflict tussen kerk en staat. De mensen van UDEP zaten daar terecht meeverveeld. De actie was namelijk bedoeld om de problematiek van de mensen zonder papieren in de kijker te stellen. Er waren op dat moment heel wat kerkasielen aan de gang, maar hier hebben de sans-papiers er na enkele discussies voor gekozen om actie te voeren voor al hun lotgenoten. Dat wil zeggen dat en er geen reglementering was op het aantal deelnemers, zoals elders. Op de eerste nationale betoging in Gent waren er dan ook meer dan 5.300 registraties, van families van 94 nationaliteiten.”

 

> Vond de actie gehoor bij de overheid?

De Meyer: “We hebben toen een brief geschreven naar minister Patrick Dewael en de Dienst Vreemdelingenzaken om te zeggen hoeveel mensen zich hadden laten registreren. Ze hebben daar nooit op geantwoord. Daar ben daar echt kwaad voor.

Nochtans, toen Dewael twee jaar geleden in Congo was en een journalist hem vroeg wat hij zelf zou doen als hij in die miserie zou wonen, was hij even zijn kluts kwijt. “Ik weet het niet”, zei hij. Alleen al de keuze tussen een levensduur van veertig of tachtig jaar! Ik begrijp hen maar al te goed.”

Loos:“Er komt geen communicatie op gang en dat is frustrerend, zeker voor de vluchtelingen. Ze krijgen het gevoel genegeerd te worden en radicaliseren. Dan krijg je hongerstakingen. De minister noemt dat chantage, maar wie chanteert wie eigenlijk? Het beleid is voor de mensen zonder papieren zo ondoorzichtig en willekeurig.”

De Meyer:“Ik ben persoonlijk altijd tegen hongerstakingen geweest. Ethisch kan ik dat niet verantwoorden. Velen beseffen ook niet waar ze aan beginnen. Daarenboven is een kerk toch een gebouw waar het leven wordt verkondigd en waar niet geflirt wordt met de dood.. Maar ze nemen toe omdat de politieke verantwoordelijken zo’n verkeerde signalen geven,en de mensen die het spel eerlijk spelen zijn de dupe. Ik blijf iedereen duidelijk maken dat ik er niet mee akkoord ben, maar ik durf er niet bij vertellen dat ik soms ook begin te twijfelen.”

Loos:“Er was nu weer van alles aangekondigd door minister Turtelboom. Er was sprake van duurzame verankering, de mogelijkheid tot werken, recht op gezondheidszorg… Maar haar maatregelen slepen aan. En ondertussen wachten de mensen tot Sint-Juttemis. Wat ondertussen wel op volle toeren draait, is de uitwijzingsmachine. Allerlei controleacties worden tegenwoordig aangegrepen om mensen zonder papieren er uit te halen.”Marcel De Meyer:“De mensen zijn radeloos aan het worden. In Brussel is het met die kraanbezettingen zelfs uit de hand aan het lopen. Terwijl ons land nu al niet meer zonder hen kan: veel vluchtelingen doen hier economisch noodzakelijk zwartwerk. Ze zouden allemaal eens een maand in staking moeten gaan. Het zou wat geven.”

 

> Wat vinden jullie van het Gentse beleid rond vluchtelingen?

De Meyer:“In Gent worden alleen mensen zonder papieren die iets mispeuteren, een verkeersovertreding of zo, opgepakt en afgevoerd. Het stadsbestuur wordt regelmatig verzocht om een persoon binnen de zoveel dagen op te sporen. De burgemeester heeft ons beloofd daar niet aan tegemoet te komen.”

Loos: “Op dat punt mogen we niet klagen. Je ziet ook dat het OCMW een inspanning doet om alles op een menswaardige manier te laten gebeuren. Ook al is men gebonden aan regels en wetten.”

De Meyer:“Met het kerkasielheeft Termont, die toen nog schepenwas, ons heel wat logistieke steun verleend, onder meer met de bedeling van water en maaltijden. Al moet ook hij rekening houden met de grenzen van wat men vanuit het beleid kan doen.”

 

> Heeft het christendom ook blinde vlekken?

Loos:“Ik denk dat er in het verleden vanuit de protestantse kerk veel te weinig aandacht is geweest voor economische structuren. We moeten de mensen niet alleen maar zien als individuen en ons bekommeren om hun persoonlijk zielenheil. De kerk heeft zich in het verleden teveel als moraalridder opgeworpen. 24 000 mensen per dag die sterven van de honger, dat is pas zonde. Het geloof heeft te maken met hoe onze samenleving is gestructureerd. We moeten vanuit het bevrijdend verhaal van het evangelie werken aan een solidaire samenleving.”

De Meyer:“Onze Kerk was de Kerk van de burgerij, van de rijken. “Wij houden ze arm en jullie houden ze dom”, zeiden ze vroeger. Ik vind het nog altijd erg als ik iemand over de vloer krijg die in zijn jeugdjaren allerlei schuldgevoelens is aangepraat. De Kerk had maar één moraal en dat was de seksuele moraal. Eerlijkheid, armoede, racisme, ... daarrond is men altijd veel te veel op de vlakte gebleven.”

Loos:“Wij zijn ook niet alléén de pastoor en de dominee van de vluchtelingen. De mensen zeggen nogal gemakkelijk “Die met hun kerkasiel, maar voor de armen doen ze niets”. Terwijl we er zijn voor iedereen. In mijn gemeente is er bijvoorbeeld een ouderenwerkgroep. Ze houden me op de hoogte van welke problemen veel bejaarden in de wijk hebben.”

 

Marc Loos

(foto: Nathalie De Coene)
Marc Loos

 

> Blijven sociaal bewogen christenen niet nog te vaak hangen in caritas?

Loos:“Inderdaad, de kerken moeten nog een beetje bevrijd worden van het idee van liefdadigheid. Daarom werken we tegenwoordig rond globalisering met een menselijk gezicht. We benadrukken nu veel meer de globalisering van de solidariteit in plaats van alles in het spirituele, het individualistische te betrekken. Zo krijgen we zicht op hoe economische structuren de gewone mensen gevangen houden. We worden allemaal medeplichtig gemaakt aan de wetten van die neoliberale, kapitalistische maatschappij. Privatisering, flexibiliteit, levensduurte, ... al die aspecten werken psychologisch in op mensen. Ook daar moeten we iets rond doen.”

De Meyer:“Ik ben het eens met Marc. We mogen de globalisering niet reduceren tot iets economisch. Dat proces geeft enorm veel sociale problemen. Als je kijkt naar Afrika ...(stil) dat is om niet meer van te slapen.”

Loos:“Het is denk ik ook zaak van de kerken om samen te werken met alle mensen die op dat terrein een solidaire strijd voeren. Gelovigen en niet-gelovigen. We zijn als protestanten uitgenodigd om op het Belgisch Sociaal Forum te komen spreken over de globalisering vanuit het licht van de bevrijdingstheologie. Met de Wereldalliantie voor Gereformeerde Kerken hebben we op een congres over globalisering in Accra, de hoofdstad van Ghana, een geloofsbelijdenis samengesteld. Die stelt dat dit neoliberale kapitalistische systeem en het evangelie onverenigbaar zijn. Het evangelie gaat over de bevrijding van de onderdrukte.”

 

NATAN HERTOGEN